De bibliotheken die wij vandaag de dag kennen zijn openbaar. Zoals je op deze website misschien al hebt gelezen waren deze bibliotheken niet altijd openbaar. Bibliotheken waren voornamelijk
privé-instituten die alleen op uitnodiging bezocht konden worden. Dat is dus heel anders dan de meeste bibliotheken van vandaag de dag.
Openbare bibliotheken werden rond het midden van de negentiende eeuw populairder. Er wordt dan ook gedacht dat dit de tijd was dat openbare bibliotheken echt begonnen op te bloeien. Hoewel ze eerder wel bestonden, waren deze openbare bibliotheken lang niet het meest populair.
Rond 1800 begonnen openbare bibliotheken op te komen. Ze waren geen plek waar boeken werden verkocht, maar waar boeken tegen betaling werden uitgeleend. Mensen van hogere sociale
klassen keken in de meeste gevallen op deze bibliotheken neer, omdat ze naar zeggen minder goede boeken zouden bezitten. De elite moesten hier in deze tijd dus eigenlijk niets van hebben.
Openbare bibliotheken worden gefinancierd door belastingen en worden beheerd door bibliothecarissen. Een openbare bibliotheek kenmerkt zich aan het feit dat iedereen ze kan bezoeken, niemand ze hoeft te bezoeken en ze gratis basisservices aanbieden aan leden van een bepaalde samenleving.